hé kijk naar mij
ben ik niet onweerstaanbaar
(kin omhoog, borst vooruit)
hé kijk naar mij
ben ik niet oeverloos gelukkig
(alsof het rotsblok dat op m'n gemoed rust, eensklaps zou verbrijzelen)
hé kijk naar mij
ben ik je niet mooi vergeten
(je vergeten tot de laatste snik)
probeer ik door het tranendal
mijn spiegelbeeld te overtuigen
(alsof het mijn vervlogen liefde is)