Het is s’avonds laat,
Er is niemand op straat,
Maar ik ben niet alleen,
Want toch is er een.
Is het een mens of een dier,
Dat kan ik niet zien vanaf hier.
Het kruip naar me toe,
En het roept keihard boe.
Ik schrik me een ongeluk,
Mijn trommelvlies scheurt stuk.
Hij vraagt: Hebbie wat drugs,
Ik wou hem wel dood schieten met een luchtbuks,
Maar die heb ik niet,
Tot mijn verdriet.
Hij pakt een mes en steekt mij neer,
Au verdomme wat doet dat zeer,
Ik val gewond op de grond,
Midden in de stront.
Dat gebeurt in het echt,
Als je geen drugs of cannabis bij je hebt.