Ze doet z'n kruin ruisen van genot
Ze vliegt, ze daalt, ze draait rond z'n stam
Voor haar doet hij z'n bladeren dwarrelen
naar de grond
een bed van zachtheid en gemak
waarop ze rustig landen kan
Tot ze opspringt en keert en vlucht en duikt en
stopt
Om hem haar zuchten te laten horen
Sappen stromen door hem
van zijn wortels tot zijn hoogste takken
Ze windt hem op