Zomerbed ik vlij neder,
in uw prijkende vegetatie,
oeverscharen in ontplooiing,
op mossig, groen gewas,
onthaal ik de zoete rust,
in een echo van waterkragen,
in deining op een zomerwind,
een geurvlaag van bloemen,
die mijn neusvleugels prikkelen,
in wedergeboorte met de natuur...