Een leeg glas, daarnet was die nog vol.
Ik grijp weer naar de fles, om het glas weer bij te vullen.
Weer een vol glas en ik staar weer voor me uit,
en denk bij mezelf na over hoe dit had kunnen gebeuren.
Het was allemaal zo mooi, zo anders.
Tot gister, tot gister toen ik er nog niet eens aandacht om die fles te pakken en al helemaal niet te vullen.
Maar het is niet meer zo als gister.
Weer in gedachten verzonken, en ik staar voor me uit.
Hoe heeft het kunnen gebeuren, hoe is het gegaan
Ik schrik op, een deur valt dicht.
Ze komt nu thuis, nu moet ik het vertellen maar dat kan ik niet.
De mannen op de andere bank staan op en condoleren haar met het verlies. Tranen springen in haar ogen, en ze rent naar buiten.
ze rent naar een plekje dat van ons allemaal is.
Van al mijn vrienden dus ook van.
Een andere man staat op uit de stoel en zegt dat ik mee moet komen. Naar een plek die hij al kent, maar voor mij nieuw is.
Een plek waar ik haar wel kan zien maar zij mij niet,
een plek waar ik haar altijd zou blijven missen.
Alleen in haar hart en gedachten zou ik blijven bestaan.