Als er een wolk voor de zon schuift
en ik zie 's nachts geen enkele ster.
Als de maan niet langer helder is
en de zonnige dagen lijken heel ver.
Dan ben jij het briesje dat die wolk verdrijft
en je tovert weer sterretjes in mijn ogen.
Dan droog jij die waas van tranen
en er verschijnen weer regenbogen.
Maar als het voor jou ooit donker wordt,
laat mij dan de maan zijn die die nacht verlicht,
laat mij dan je stromende tranen drogen
en een glimlach toveren op je gezicht.