Geef me voeding, geef me vocht,
ik word de boom die je zocht.
Ik ken jou na jaar en dag,
door de tuin waarin je lag.
Meermaals stond je t.o.v. mij,
je af te vragen:,, welke vrucht geef jij?"
Het wachten nu wel echt beloond,
na jaar en dag mijn vrucht getoond.
En daar stond jij,
zo klein naast mij.
Je nam het kind van me af,
dat ik met liefde aan je gaf?
Pel haar teder, pel haar zacht,
ze wordt de appelsien die je verbeelding tardt.