Drie tinnen soldaatjes
Er waren eens 10 tinnen soldaatjes,
Samen trokken ze naar een koninkrijk.
Ze aten dan tomaatjes,
En kwamen in een wijk.
Ze trokken nog wat verder,
En zagen toen een herder.
Toen kwamen ze aan,
En zagen de wachters staan.
Toen kwam de koning,
En die zei: welkom in woning.
Ze bogen voor de koning,
En gaven hem heerlijke honing.
De koning riep bevel voor strijd,
En dat riepen de 10 tinnen soldaatjes tegelijkertijd
Ze namen wapens en zwaarden,
Alles aan dezelfde waarde.
Er gingen 7 soldaatjes dood,
Zelfs een halve jood.
Evenmin 3 strijdvoerders,
En riep er 1 kijk loerders!
Na een kwartier was de strijd gestopt,
En niemand had zich verstopt.
De koning gaf een applaus,
En gaf tomaten met wat saus.
Het ene soldaatje werd president,
Het ander een minister,
Het derde werd tot slot,
Een arme man in een krot.
groetjes, ratke