Tranen vullen men ogen,
geen mens in de buurt om ze te drogen,
Men hart worstelt met de kilte van het water,
men verleden begint te denken aan later,
Men dromen verdwijnen met de wind,
ik wacht in de verte tot iemand ze vind,
Onzichtbare criminelen,
die het dierbaarste van me stelen,
De nacht verblind men zicht,
en weg ben jij men licht,
Eens zal ik het licht weerzien,
heel snel misschien,
Ik zal er klaar voor zijn,
nooit meer het voelen van deze pijn,
Geen opvulsel voor de gaten,
jij hebt me voor altijd verlaten,
Mijn vertrouwen rijst naar een mijlenverre planeet,
mij rest nooit meer leed!