een grijze man, somber gelaat
hoge hoed, stok en zwarte jas
zou op de dag dat ik het leven verlaat
aankloppen
en zeggen dat mijn uur gekomen was
hij zal niet komen
die man
want hij is er al
hij zit in mij
heel diep verborgen
weggedrukt door levenslust
’t zijn mijn vrienden die ervoor zorgen
dat hij niet opspringt en berust
maar nu ik me rot voel en alleen
met weinig hoop om me heen
rijst hij langzaam op en zegt gedwee
ik kom je halen, kom met me mee