Het is een saai lesuur,
We hebben het over vuur.
Ik kijk naar buiten,
Daar zie ik een man fluiten.
Dan man is vrolijk en blij,
Hij gaat morgen touwen en is vrij.
Was ik maar vrij dan kon ik alles doen,
Dan kon ik naar de stad met wat poen.
Waar ja deze dag duur nog heel lang,
Wat is dat zijn dat voetstappen op de gang.
Het is de conciƫrge hij vraagt wie er niet is,
Ja,meneer er is er een ziek,hij heet denis.
Hij was naar huis gegaan hij voelde zich niet goed.
Ach kon ik maar nou huis met een verkouden snoet.
Dan zat ik lekker thuis bij de verwarming.
Wat hoor ik daar tringgggggggggggggggg
Het is de school bel,ik ben vrij.
Ach morgen weer een dag,ik ben toch minder blij