De naakte pas ontwaakte vrouwe kleedt
zich in haar spannend parelmoergewaad
Ze sluiert koude leden en gelaat,
haar minnaar bloost, maar pakt haar zachtjes beet
Zijn warme mond ontlokt een dierenkreet,
tot snel een grote golf van klank ontstaat
Zijn passie laat haar bloeien, heerlijk baadt
ze in zijn vaste greep en wordt ontkleed
De liefde heeft ze nimmer ondervonden
en zal haar nimmer kwellen, ongebonden
is wil tot overleven enig streven
Ze wordt door lust gedreven, opgewonden
geniet ze beide minnaars alle stonden,
de koude maan mag ’s nachts zijn liefde geven