Bladeren wapperend aan de zwiepende takken
Takken krakend onder mijn geschoeide voeten
Het geritsel van het onbekende in de struiken
Vogels die fluitend van tak tot tak vliegen
De schaduwen verkoelen de verzengende hitte
De zon is zoekende naar gaten in het groene dak
En vult die openingen met zijn heldere stralen
Iets verderop blijft een hert als versteend staan
Zijn reebruine ogen kijken mij verschrikt aan
Ongeplaveide paden wijzen slingerend de weg
Omgeven door de eerlijkheid van de natuur
De sfeer van het bos vertelt zijn eigen verhaal
Daar kan geen enkele architect aan tippen
Geen gebouw kan de schoonheid evenaren
Elk seizoen een ander rustgevend panorama
Minstens gelijk aan elkander doch anders