Afdruk (ik kijk neer)
Ik kijk neer
naar sporen van weleer
afgedrukt in het zand
voel tinteling in mijn hand
de vorst, houd het teken vast
zichtbaar, op de tast
afdruk van hem, die hier eerder
is gegaan
het spreekt van een richting
zonder stem verhef, om te staan
ik probeer, het uit te wissen
wat niet lukt, en me
doet beslissen
om een richting te gaan
de kou spiegelt de baan
m’n adem vervriest
ja, bij jou ben ik het liefst