Telkens
als er te veel sterren zijn boven m'n hoofd
verzamel jij ze
Eén
voor
één
verstop je ze in een grote, zwarte doos
met een grote zwarte strik;
bang om me te zien lachen om de
gekke vorm,
probeer je ze vervolgens te breken:
je gooit ze recht in mijn ogen
en ze breekt.
Maar hoe moet ik nu ooit nog jou kunnen zien?!
Schat,
die doos van daarnet,
wat zat daar eigenlijk in?
Niets bijzonders, wat oud huisvuil.
Ach zo... En ik merk dat je weer eens een keertje NIET gesorteerd hebt!
Had er geen tijd voor...
Is dat nu een excuus?! Daar moet je tijd voor maken!
Volgende keer...
Volgende keer, ja, dat is gemakkellijk gezegd! En ondertussen mag ik weer de troep opruimen die jij net hebt gemaakt! Overal stukjes iris! En kijk uit waar je stapt, verdorie! Wat doe je nu? Waarom geef je me nu verdorie een kus?! Denk je dat dat alles beter maakt?! Vergeet het! Hier, een dweil! En hou op met me te kussen! Hou op zeg ik je! HOU OP!