Laat mij nou maar.
Ik vind het heerlijk om in stilte bij mezelf te zijn.
Misschien vindt je dat een beetje raar.
Maar laat me nu maar.
Ik weet niet waar ik heen ga.
Elk moment is weer anders.
Steeds weer een andere uitdaging waar ik voor sta.
Vertrouwen hebben.
Trouw zijn.
In de leegte stappen.
Er soms helemaal niets van snappen.
En toch komt steeds weer de zin van alles
tevoorschijn.
Jazeker, ik ben een mens.
Ik eet en drink.
Heb een gesprek.
Maar dat ik er ooit niet meer zal zijn,
mijn diepste wens.
Nu zul je wel uitroepen, je bent gek.
Maar, laat me maar.
Het is goed.
Ik ga mijn weg ook voor jou.
ben steeds weer dankbaar als mijn leven
jou werkelijk iets doet.
Het is een open-baren, ont-vouwen.
Een ont-sluieren, ont-dekken.
Een weg in overgave, vol vertrouwen.
Het is slechts een ruimte scheppen.
Ruimte scheppen voor het Andere.
voor dat waar ik in wil veranderen.
Ik word leeg van mezelf.
Al mijn drijven komt tot stilstand.
Verstild.
En ik wacht.
Ik wacht.
Op het moment dat de Waarheid
in het daglicht wordt getild.
het enigste waar ik nog naar smacht.
Dat de Geest in mij mag opstaan.
Dat mijn ikje in zijn totaliteit is vergaan.
Dat de pop eindelijk zal open gaan.
En de Goddelijke vlinder, mag overnemen
mijn bestaan.