Soms heb je de slechte gewoonte
me te kwetsen.
Al wat je zegt
is echt en waar,
te echt, net zo waar
dat het juist geen pijn doet.
Ik weet niet wat te doen
op die ogenblikken,
dus stamel ik maar
van ja en zeker wel
en tal van woorden
die geen enkele zin hebben.
Dan die van de wanhoop
die opwelt
en me overrompelt
als een drenkeling.
Ik wil je hoofd
tussen mijn handen houden,
mijn lippen op de jouwe drukken
om nooit meer op te houden.
Ik wil je zeggen
tijdens die kus,
al wat woorden
niet kunnen onthullen,
over verwarring
en mijn tederheid.
Je zet me op mijn hoede
weet je !
Ik hou van je !