de kraaien vlogen
onheilspellende dansen
om het lichaam
eens geliefd, rode rozen pleziert
kleur verdwenen in de hiaten van het bestaan
eens ook de levensadem ontvreemd
de bladeren ritselden hun
treurmuziek luid
donker hout meeneuriƫnd op de tonen
rook haar afkomst weer
maar was bezegeld met een ander fatum
de rode rozen verwelkt
op perziklichte huid te rusten gelegd
verdorde bloemen kusten
met al hun vergaande pracht
de vochtige aarde weer
eens hun begin veroorzaakt
de klanken sterven weg
hun plaats ergens anders vindend
maar wij zijn met zware keten gekluisterd
aan het stille aangezicht
van jou levenloze gelaat