Ik bedoel het niet zo als jij dat zegt.
Ik meen het niet, niet op die manier zoals jij dat zegt.
Ik ben niet zo, zoals jij dat vindt.
Ik ben toch ook jou kind.
jou woorden doen mij pijn.
Je haat zit zo diep.
Of zie ik het allemaal te zwart.
Het doet pijn, jij speelt het zo hard.
Ik ben veranderd, dat is waar.
Kunnen wij niet meer aardig doen tegen elkaar ?
Hoe kan ik mezelf veranderen, hoe moet ik zijn.
Want jou koude woorden van gisteren, deden ontzettend veel pijn.