Als de zon allang de verre horizon heeft verlaten,
en de maan, als een engel,
over de kwetsbare aarde waakt,
wordt het voor mij bang afwachten,
of de zon weer terug zal schijnen schijnen,
en de nacht uit mijn hart zal verdwijnen.
Als de maan mij vergezelt
tot aan het eerst morgendlicht,
de enge stemmen verjaagt in mijn hoofd,
en het pad bij iedere stap voor mij verlicht,
tot ik weer alleen kan verdergaan,
dan weet ik weer,
waar ik in dit leven zal staan.
Als de maan afscheid neemt op het einde van de nacht,
zijn moeilijke taak heeft volbracht,
en de aarde weer wakker wordt,
van de eerste zonnestralen,
rolt er weer een traan over mijn gezicht,
want ik besef,
dit is het einde niet van de moeilijke dagen.