je komt terug.
Dat weet ik gewoon.
Maar nu nog niet.
Nu ben je weggelopen,
weg van de realiteit,
weg van het leven.
Omdat je bent vernedert,
maar vooral gekwetst,
gekwetst door hem,
hij die jij vertrouwde.
Maar dat mocht je niet doen,
hij was hier met slechte
bedoelingen.
Je kon je niet verweren,
hij misbruikte je.
Dus je nam een mes
en liep weg voor het leven.
Maar je komt terug