Ogen lachen, ogen stralen,
die zonder woorden vertellen verhalen.
Ogen haten, ogen veinzen,
waarvoor je angstig terug gaat deinzen.
Ogen die van verbazing wijd opengaan,
het is alsof ze eventjes stil blijven staan.
Ogen die niets zien van het werelds gebeuren,
ze daarvoor sluiten, ze willen niet treuren.
Ogen die schitteren, tintelen blij,
gaan als een zonnestraal aan je voorbij.
Kinderogen, argeloos en onschuldig,
als glanzende sterretjes die wisselen veelvuldig.
Ogen dwarrelen, ogen zoeken,
Naar het geluk, dat ligt in de kleinste hoeken.
Oneindig veel waarde in een mensenleven
zijn de ogen die je liefde en zekerheid geven.