per fiets rijd ik alleen door de angst van schemerlicht;
mijn licht verglijdt en ik zoek naar lieve woorden
die ik haar ooit schrijven zal
II. LENTO
wat ik denk
is wat ik nu voel
onder een podium
van grijs en broos kristal
voel ik haar handen
in de donkere nacht
van vergleden licht
de liefde is nooit dood geweest
de rivalen zijn verbrand
op mijn hand staan krachten
de geest van het zichzelf zijn
III. FINALE
ons lachen doet de mensheid goed
niet dat ik een bakvis ben
maar onverbloemd vertellen
over gevoel en het geluk
doet witte tanden
in een lief-lachend gezicht
nooit ver weg verwelken