Mijn hartje verlangt iets.
Iets wat ik niet kan geven.
DE WAARHEID.
De waarheid...
Mijn hartje verlangt de waarheid.
Maar ik weet niet wat, of waar het is.
Ik weet wel, dat de waarheid bestaat.
Maar ik ken het niet, ik weet niet wat de waarheid is.
Ja, hoor, de waarheid is dat ik van meisjes houd.
Maar de echte waarheid...
Mijn hart verlangt de waarheid.
Maar ik weet niet vanwat.
De waarheid van liefde? Van vriendschap?
Van iets anders? Ik weet het niet.
De waarheid is dat ik niet meer leven wil.
Ik wil het zeggen, de wereld vertellen.
Maar... dan kruip ik in een donker hoekje.
Nee, ik vertel de waarheid niet.
Eerst wil ik de waarheid zelf vinden.
De waarheid.....
Van mij, mijn hartje en mijn ziel.
Ik zal zoeken tot ik vind.
Maar tot dan, denk ik eraan,
dat wat het is, het kan me verlossen.
Het kan me pijn doen, het kan me helpen.
Dus hoop ik het snel te vinden.
Tot dan, blijf ik pijn hebben.
Pijn... De onverdraaglijke pijn.