Lieve Psyche,
laat je tranen vloeien
wanneer je oogjes
de hemel aanschouwen.
Wolken zo hoge en hevig
laten hun tranen op je neer
teder
vloeien zij zich in jouw tranen.
Lieve psyche
daar vloeit je ziel
als een kabbelende beek
recht naar de kolkende oceaan toe.
Oceaan zonder water,
vermeng Psyche's ziel
met jouw gevoelens.
Lieve, kleine Psyche
trillend gaan je fijne vleugeltjes,
trillend in de hoop ooit op te stijgen.
Maar nimmer te meer
zullen je wiekjes
de geneugten kennen
van de wispelturige en onbetrouwbare wind.
Onbetrouwbaar, maar o zo
fijn om verlicht te
zijn van al die pijn
die je kleine , verscheurde wiekjes teweegbrengen
Lieve, kleine Psyche
prinses der naaktheid
Je sluier verhult enkel lucht
Naakt is je lichaam
Broos zijn je vleugeltjes
Naakt is je ziel
toonbaar
voor iedereen
verscheurbaar
maar
...
niemand
durft jouw te krenken
Lieve, kleine Psyche
lieve...kleine...Psyche
Waarom ben je zo broos?
(Naar de roman Psyche, van Louis Couperus)