Zwijgend, stil, als ben ik van steen - zo zak ik naar beneden
In water, helder als kristal en ontsprongen in het oog
Slechts eenmaal ga ik nog op weg, een reis door mijn verleden
Dan duik ik met een zachte zucht, naar ergens - ver omhoog
Strijdend, zwetend, denkend, aan hetgeen dat wij niet deden
Lijdend, wetend, kennend, wat een eerlijk hart bewoog
Ik heb je innig liefgehad, ik heb je stil aanbeden
Waarom heb je niet neergezien, niet gezien hoe diep ik boog
De jaren leeg, de maanden koud, mij als een ziekte kwellend
Een boom, niet tegen storm bestand - zie hoe zijn stam zich kromt
Hevig kreunend, lam van pijn en diep voorover hellend
Breekt langzaamaan het rotte hout, de boom valt krakend om
Momenten, zwaar als lood, mijn lief, en ik kan die niet meer dragen
Verlichting komt snel naderbij - dit zijn mijn Laatste Dagen