Er was eens een gedachte in m’n hoofd .
En die gedachte ging over de Liefde .
En ze zwol en zwol en zwol.
Want over de Liefde kan je grote gedachten krijgen.
Na een poosje zat m’n hoofd er vol van .
Er was geen plaats meer over voor andere gedachten.
Zo kwam het dat ik voortdurend aan de Liefde moest denken.
Het was gelukkig een mooi gedachte.
Want stel je voor dat het een lelijke gedachte was.
Of een droevige gedachte.
Of een gedachte die pijn deed.
Dagenlang bleef de gedachte in m’n hoofd zitten .
Ik kon aan niets anders meer denken.
Op een dag heeft iemand ze eruit gehaald.
Het was een vrouw.
Ze zei dat ze van me hield.
Ik gaf haar m’n gedachte.
En we leven al lang en gelukkig………