Nu zo koud als steen, maar warm ging jij heen.
Jij bent gestorven in een onrustige nacht. Zonder dat ik het besefte hield ik toch de wacht,
Het was jouw tijd nog niet, daarom dubbel zo veel verdriet.
Een ratje, helemaal wit, Waar ontzettend veel warmte in zit.
Vanmorgen nog vrolijk en oke, Nu niet meer nee.
Nooit zal je je stukje worst uit mijn handen halen.
Jouw ziel is nu bezig om naar de hemel te dwalen.
Jij was een van mijn mannen, samen in een kooi.
EEn leuk gezicht was dat.
Het was mooi.
Nu wordt het stiller nu jij er niet meer bent.
Ik had je als dier zijnde te veel verwend.
Hoe klein ook, en hoe teer.
Jou verliezen doet toch veel zeer.