Je ziet hem al zitten
in de hoek
met zijn laptopje
en zijn dikke boek
hij neemt zijn laptop overal mee naar toe
in de les is ie muisstil
en zelfs op straat
geeft ie geen gil
in de pauze studeerd hij verder
en kijkt niet een keer om zich heen
oh jawel hij kijkt eventjes op
en lacht vriendelijk naar directeur meneer van veen
Iedereen kent hem wel
hij is geen jan, geen henk, geen ruud
niemand wil hem eigenlijk kennen
hij is diederik-jan, de stuud