Mijn Moeder
Ik had een moeder
doof en bijna blind,
Dat vond ik vreselijk
als kind.
Wilde haar mijn ogen
en oren wel geven,
Als voor haar het geluid
maar weer ging leven.
Een oog zou ik dan afstaan
speciaal voor haar,
Ja, dat wou ik doen
met een gul gebaar.
Vermoeid was zij
vaak heel ziek,
Veel huilen deed zij
lachte haast niet.
Ik speelde voor haar
op mijn mandoline,
Hoopte dat zij dat wel kon horen
misschien.
Zij legde haar hand erop
om het te voelen,
Pa lachte haar uit
in koele bloede.
Dan ging ik ook nog voor
haar zingen,
Ik wou het haar graag geven
al die dingen.
Alles wilde ik haar geven
in het leven,
Zelfs haar vertellen,
Mam ….
ik heb je vergeven.
J.v.B