Wie schreef er ooit met potlood en wie gebruikte er ooit inkt.
Ik was meer voor het krijt,
uitwisbaar en opnieuw
maar breekbaar en zo broos.
Wat kijk ik naar de lijnen,
onopvallend en zonder veel reliƫf.
Ze zijn opeens gaan leven, overvallen mijn gezicht. Ze wortelen zich dieper en misbruiken mijn gevoelens van jong zijn en steeds hip want vanbinnen blijf ik jong.
Ervaring is een must maar slechts een synoniem voor de dood die geduldig op je wacht want het schijnbaar jonge deel vanboven in je hoofd is evenveel verouderd.
Ja ik sterf al vandaag, in angst voor mijn ego dat elke dag verdrinkt, in angst voor het besef dat de wereld morgen verder draait.
En ik er stil geen deel meer van ben, die lijnen eerst in krijt zijn nu reeds grof getekend.