In de nacht vooraan
zelfverzekerd
met handen gestrekt,
hijsen, hijsen
een overvol schip
dat langzaam
maar veel olie lekt.
's ochtends
steeds dieper in het water gezakt,
tienduizend ton olie
de gekleurde wanden zijn slecht gelakt.
lang geleden gleed uit mijn armen,
Erika,
geen idee van de koers
en of ik de goede kant op ga,
het is wachten op het verleden,
om zich te herhalen in het heden,
hetgeen zich langzaam manifesteert
een ramp,
vraag ik me af, of ik ooit heb geleerd.
langzaam verzopen, bezopen,
mijn zilveren vloot
op sterven na dood.