Toen was ik nog even alleen.
Liggend in mijn sofa,
chattend op tv
waar niets was wat het leek,
zong ik mijn verdrietig lied
van eenzaamheid.
Kop op,
dacht ik bij mezelf
en ik besprong mijn bad
met zwarte tegels
en bevond me na een halfuur
in volledige reinheid.
Plots dacht ik bij mezelf,
ik rij eens weg en midden in de nacht....
zat ik in donkere rijstroken
waar ik aan de grens ook nog moest betalen.
Oei, dat had ik niet voorzien
want ik leefde in een kleine wereld.
Toen ik na mijn dringende wc-stop
(want wildplassen ligt me niet)
verder reed, zag ik de grote lichtstad
voor mijn stuur verschijnen.
Wauw, wat een pracht,
en ik reed binnen
maar nam een verkeerde weg.
Plots was het superdruk,
in paniek reed ik in verkeerde richtingen
met spookrijden tot gevolg
maar uiteindelijk geraakte ik op goede weg
en belandde ik in beangstigende achterbuurten
in het holst van de nacht.
Wat ik daar zag lopen,
tartte mijn verbeelding
want ik was niet veel gewoon.
In paniek zocht ik dus een uitweg
en na enkele uren rondrijden
was ik terug op weg naar huis.
Ik dacht bij mezelf...
Dag Parijs, stad van liefde.
Ik heb genoeg gezien
en 't is minder mooi dan ik dacht.
Dag Parijs,
ik ben weg en als ik ooit terugkom
dan zal het met een gids zijn
in een of andere tourbus
die nog niet neerstortte
in een diep ravijn.