Als een klein vogeljte zo teer,
streek je langzaam neer.
Moegestreden, maar niet alleen,
ging je zachtjes van ons heen.
Dag lieve Vince,
je was nog zo klein,
toch mocht je niet bij ons zijn.
Je hebt ons zelfs niet gekend,
wat hadden we je graag verwend.
Waar je nu ook bent,
ik zou het niet weten.
Ik kan het niet in tijd
of afstand meten.
Maar ik heb je biij me, diep in mij.
Daarom ben je nu voor altijd zo dichtbij...