Hatelijke ogen
Als ik hier in mijn kamer op mijn bed blijf zitten
Met de foto van jou in mijn hand,
Kan ik letterlijk voelen hoe jij bij mij binnendringt
En mijn hart voor je opent, wat jij weer verbrandt.
En als ik de foto wegleg, verlang ik toch weer terug
Naar die hatelijke ogen die zo erg hun best probeerden.
En het pijnlijke besef daarna van alles wat voor niets was,
Waarna jij en je ogen tot de haat bekeerden.
Als jij me openstelt en ik alles weer even toelaat,
Voel ik al die gevoelens die toen hebben bestaan.
Dan zal ik weer voelen hoe zwaar de pijn was van falen,
Nadat alles wat je gegeven had in rook was opgegaan.
Maar het is te pijnlijk, dus ik heb de foto verbrand.
Die gevoelens ontwijk ik steeds met al mijn vermogen.
Maar er is één plek waar ik toch weer toe moet geven
En in de spiegel zie ik toch weer die hatelijke ogen.